Artikel uit Eindhovens Dagblad van 11-06-2005 Zaterdag 11 juni, EINDHOVEN – Je kunt het niet zien, niet ruiken, niet voelen en niet proeven. Fijnstof. Maar hoeveel kwaad kan het eigenlijk? Zeker is dat de grote hoeveelheid fijnstof die in deze regio in de lucht zweeft voor niemand goed is. „Fijnstof is zo klein, dat het zich in je longen kan nestelen. Bij de meeste mensen wordt dat vuil weer door het lichaam naar buiten gewerkt. Maar bij sommige mensen werkt dat niet goed en dan raken de longen beschadigd.” Henk de Beer van het astmafonds regio Eindhoven legt aan een groep schoolkinderen uit waarom fijnstof bij sommige mensen veel schade aan kan richten. Het Regionaal Platform Luchtkwaliteit Eindhoven hield gisteren een actiedag Schone Lucht om de aandacht op de grote luchtvervuiling in deze regio te vestigen. De luchtvervuiling is vooral in de steden toegenomen. Het verkeer is wat dat betreft, ondanks schonere motoren, een grote boosdoener. Auto’s en vrachtwagens, maar ook fabrieken brengen superkleine deeltjes in de lucht. Bij het inademen kunnen die heel diep in de longen doordringen. Uit onderzoek blijkt dat vooral daardoor schade aan de longen kan ontstaan. ’s Middags is er in het Helixgebouw op het TU terrein een publieksdebat in het kader van de actiedag. Arts en medisch milieukundige Henk Jans vertelt wat de gezondheidsgevolgen kunnen zijn van grote hoeveelheden fijnstof in de lucht. „Als er niets wordt gedaan aan de situatie zullen er op termijn tien- tot vijfentwintigduizend mensen tien jaar korter leven als gevolg van fijnstof. Tienduizenden kinderen zullen klachten aan de luchtwegen krijgen.” Dat wil niet zeggen dat iedereen longziekten of allergieën krijgt. Jans: „Dat verschilt heel erg van persoon tot persoon. De een is er nu eenmaal gevoeliger voor dan de ander.” De meest directe oplossing voor het probleem van fijnstof is volgens het Platform Luchtkwaliteit het terugbrengen van het auto- en vrachtverkeer. Uit onderzoek van het platform is gebleken dat de helft van de ritten in Eindhoven zich binnen de stad heen en weer bewegen, over een afstand korter dan zeven kilometer. Mensen die veel lopen en fietsen in de stad hoeven zich volgens Jans geen grote zorgen te maken over alle uitlaatgassen die ze inademen. „De beste plek om je voort te bewegen in de stad is op het trottoir. Fietsers hebben meer last van uitlaatgassen, maar zijn toch nog altijd beter af dan automobilisten. Die ademen rechtsreeks de uitlaatgassen van hun voorganger in.”